Toen wij net begonnen met gezinsoverleg in ons gezin hadden we bijna elke avondmaaltijd wel een huiskring. Vanaf het begin hanteren we het principe dat alle gezinsleden naar eigen inzicht voorstellen mogen inbrengen. Alles wordt per definitie serieus genomen. Alles. Je kunt immers niet voor een ander bepalen wat belangrijk is en wat niet. De voorstellen/moties liepen zeker in die beginperiode sterk uiteen. Dat lijkt misschien overdreven, maar het was enorm waardevol. Zo werden we in rap tempo steeds handiger met gezinsoverleg.
Een prachtig voorbeeld was het voorstel 'toetje' uit één van de eerste weken. Onze jongste (toen 5) vond het vergaderen op zich al prachtig en kwam op een dag met het volgende: "Ik stel voor dat we vanavond een toetje eten."
In de beeldvormende ronde bleek ze 10 bekertjes yoghurt in de koelkast gezien te hebben. Daar had ze wel zin in en ze was duidelijk benieuwd of de weg via een voorstel voor haar gunstiger zou uitpakken dan de weg via de vraag "mag ik een toetje?".
Haar broer (toen 8), onze grote grensverkenner, bleek in de besluitvormingsronde een overwegend bezwaar te hebben. Huh? Hoe kun je nou een bezwaar hebben tegen een toetje? Wij keken allemaal verbaasd op. Met de karakteristieke twinkeling in de ogen beargumenteerde hij vervolgens: "Ik heb een bezwaar tegen 1 toetje, want ik wil 2 toetjes! Dus ik stel voor dat we 2 toetjes doen."
Daar hadden mijn man en ik een bezwaar tegen, dat werd ons echt te gek. Toch hield de middelste voet bij stuk. Tot grote frustratie van ons en ook zijn zusje, die duidelijk enorm teleurgesteld was. Alhoewel zij dit niet kon verwoorden, sprak haar gezicht boekdelen. Ze wilde een toetje en had geen zin in politieke spelletjes. Zo dreigde er een patstelling te ontstaan.
Ietwat ontredderd keken mijn man en ik elkaar aan. Zo hadden we ons gelijkwaardigheid, harmonie en 'afspraken die werken' niet voorgesteld. Wat nu? Hoe kwamen we hier uit? Het leek wel ping-pong te worden... :-(
Op dat moment meldde de oudste (toen 10) zich. Hij zag zijn toetje in rook opgaan en kwam met een fris voorstel: "Wat nou als we één bekertje yoghurt met wat hagelslag én een stuk fruit doen?"
Ja, hier kon iedereen consent mee gaan. Opluchting alom.
Die avond hebben we veel geleerd over gelijkwaardige besluitvorming met consent. Over hoe we vanuit onze intentie tot samenhang en gelijkwaardigheid tot prima besluiten kunnen komen en dat je nooit vooraf weet of een onderwerp simpel is.
Overigens hebben we tegenwoordig veel minder vaak een gezinskring. Nog steeds geldt het principe dat alle gezinsleden naar eigen inzicht voorstellen mogen inbrengen en dat alles per definitie serieus genomen wordt. Maar blijkbaar hebben we tegenwoordig veel minder behoefte aan het oefenen van het principe. Toch komen er nog steeds wel schijnbaar eenvoudige onderwerpen voorbij. Keer op keer blijkt daar dan een heel interessante laag onder te zitten.